Onze HA leden aan het woord: Wael Kadlo

Wie gaan er eigenlijk schuil achter de hardlopers en Fitwalkers van Hardlopen Amsterdam, onderdeel van landelijk platform We Run The City? In deze rubriek komen de cursisten aan het woord. Wat ging er vooraf aan hun aanmelding, waar staan ze nu, en hoe zien ze de 'hardloop' toekomst? 

Who Run The City? | Onze HA leden aan het woord: Wael Kadlo 

Hoe de documentaire ‘The Way Home’ Wael ver van huis voerde en een nieuw thuisland gaf.

We zitten tegenover elkaar in een café op een steenworp van het Vondelpark, de plek waar hij op vrijdagmiddagen traint. Wael, begin veertig, baardje, krachtige blik, formuleert bedachtzaam. De voertaal is Engels.

Hoe ben je bij Hardlopen Amsterdam terecht gekomen?

“Het begon allemaal met een Facebook-bericht van We Run The City. Mijn vriendin Lina en ik waren de laatste jaren ongemerkt zwaarder geworden. Waardoor? Door de coronamaatregelen, door de stress van het gescheiden leven van onze families en door het ontbreken van een vast dagritme. Een paar maanden daarvoor was ik op eigen houtje gaan rennen, maar daar kwam de klad in. Geen tijd, regen… alle excuses die je in de groepslessen niet kunt aanvoeren. Toen we die oproep zagen, hadden we dan ook het gevoel dat de beginnerscursus als geroepen kwam, zeker toen we zagen dat er een aantrekkelijke Stadspas korting gold. Inmiddels trainen we een klein halfjaar bij Hardlopen Amsterdam en zijn we zeker van plan daarmee door te gaan. Vanaf de eerste hardlooptraining beviel het sporten in groepsverband ons goed. Zó goed dat we ons, naast de woensdagmiddag lessen, ook aansloten bij de hardloopgroep op vrijdag.

Wat beviel jullie zo aan het hardlopen bij Hardlopen Amsterdam?

“David, onze docent, zorgt ervoor dat niemand over zijn of haar grenzen gaat. Soms splitst hij het klasje op om de wat langzamere lopers de kans te geven in hun eigen tempo te sporten. Ook maakt hij een praatje met iedereen, waardoor hij weet wat er zoal in de groep speelt. Zo forceert niemand zich, maar worden we wél uitgedaagd om de grenzen te verleggen. Die dynamiek over en weer zorgt voor een prettige sfeer, waardoor we elkaar onderling ook goed hebben leren kennen.”

IDFA | Documentaire: 'The Way Home'

Hoe ben je in Nederland terecht gekomen?

“Ik ben geboren en getogen in Damascus (Syrië), waar ik Franse taal- en letterkunde studeerde, en daarnaast werkte bij een theatergezelschap, waar ik zowel acteerde als beeldregistraties maakte van uitvoeringen en repetities. Omdat het camerawerk me beviel begon ik ‘slices of life’ te maken, korte experimentele films waarvan er nog een paar op Youtube te vinden zijn. Met de toneelvoorstellingen verdienden we wel iets, maar niet genoeg om van te leven. Ik kwam rond met het geven van Franse bijlessen en deed daarnaast projecten bij meer artistieke websites.”

Waar gaat je documentaire ‘The Way Home' over?

“Het belangrijkste thema van mijn film is hoe een conflict als een splijtzwam kan werken, en wat er kan worden aangericht als mensen lijnrecht tegenover elkaar komen te staan. In mijn geval gebeurde dat in mijn familie na de scheiding van mijn moeder. Het gevolg daarvan was dat ik, tot mijn moeders grote frustratie en verdriet, grotendeels werd opgevoed door mijn grootmoeder. In mijn film interview ik de betrokken familieleden over deze periode, terwijl op de achtergrond de escalerende politieke situatie in Syrië speelt. Als in mijn familie mensen al tegenover elkaar komen te staan, dan kun je je voorstellen hoe op macroniveau oorlogen kunnen uitbreken. In het geval van mijn moeder speelt de dictatuur van het patriarchaat; in groter verband is er de dictatuur van het regime.”

Beschouw je jezelf als (een?) politiek activist?

“Toen de stemming onder het dictatoriale Assad-bewind in 2013 grimmiger werd, werd de situatie onveiliger voor mij en mijn vrienden. We hadden immers de protestbeweging gefilmd en vrijheidsstrijders geïnterviewd. Toch ben ik geen politiek activist. Het is meer dat ik tegen onrecht en onderdrukking in het algemeen ben. De overheid dacht hier anders over, dus in Damascus blijven werd te gevaarlijk. Ik verhuisde naar Beiroet (Libanon), waar ik opnieuw werk vond als videomaker en geluidsman. In de eerste jaren kon ik vrijelijk heen en weer reizen tussen Beiroet en mijn familie in Damascus, maar dat zou later veranderen. In die eerste, nog rustige periode interviewde ik mijn moeder en de familie van mijn vader, gesprekken die de basis zouden worden van mijn film.”

En de rest is geschiedenis…

Wael schudt zijn hoofd. “Helaas waren er nog wat horden te nemen… Toen de film in 2018 afgemonteerd was, stuurde ik hem naar het Internationaal Documentaire Festival Amsterdam (IDFA), waar hij tot mijn vreugde werd geaccepteerd. Maar toen ik het festival me in 2018 uitnodigde om en een tijdelijk visum voor me regelde zodat ik naar Amsterdam kon komen, was reizen problematisch geworden; in Syrië stond ik op een zwarte lijst en in Libanon verbleef ik illegaal, ondanks mijn pogingen daar een verblijfsvergunning te krijgen. Het was dan ook zeer de vraag of de ambassade me zou laten gaan. In eerste instantie leek het te lukken, maar toen ik op het vliegveld wilde inchecken nam een Libanese veiligheidsbeambte mijn paspoort in beslag omdat er iets mis mee zou zijn. Wat dat precies was, werd niet duidelijk, want bij elk loket kreeg ik iets anders te horen. Vervolgens raakten ze mijn paspoort ook nog eens kwijt. Intussen waren in Amsterdams al twee van de vier screenings geweest. Toen het paspoort na twintig dagen eindelijk boven water kwam, was het IDFA-festival voorbij en had ik mijn eigen filmpremière gemist.”

En toen?

“Toen stond ik voor een belangrijke keus: het tijdelijke visum voor Nederland was nog geldig, en door mijn illegale status in Libanon was het vrijwel onmogelijk om naar landen als Jordanië, Egypte, Soedan of Turkije uit te wijken. Ik besloot de gok te wagen en naar Nederland te reizen. Daar had ik vrienden die me misschien verder konden helpen. Pas toen we opstegen, drong tot me door dat ik Syrië misschien wel nooit meer terug zou zien. Waar ging ik heen? Wat voor toekomst ging ik tegemoet?”

Na een kort zwijgen: “De rest is snel verteld. In december 2018 landde ik op Schiphol, waar ik enige dagen in vluchtelingendetentie verbleef tot ik groen licht kreeg voor een voorlopige verblijfsvergunning, daarna woonde ik een tijd in een ACZ in Dronten, vervolgens verbleef ik bij een Nederlands gezin, tot ik een eigen woning kreeg toegewezen. Mijn Libanese vriendin Lina volgde niet lang daarna in het kader van gezinshereniging.”

Wat vond je moeder van de documentaire?

“Ze was trots op me, maar de film greep haar ook enorm aan. Het is haar nooit gelukt om hem meer dan één keer te bekijken. Voor haar was het natuurlijk zeer confronterend om herinnerd te worden aan haar machteloze positie en het moeten missen van een belangrijk deel van mijn jeugd.”

Komt er een nieuwe film?

“Wie weet. Op dit moment schrijf aan een toneelstuk over mijn leven en daarnaast ben ik bezig met het ontwikkelen van een interactief platform waarin mensen zoals ik, asielzoekers met een meer artistieke achtergrond, met elkaar en potentiële werkgevers in contact kunnen komen.”

Hoe zie je de toekomst?

“Ik hoop hier een leven op te bouwen, gezond en fit te blijven en weer volop aan het werk te kunnen als documentairemaker. Het is geen vetpot, maar films maken geeft betekenis aan mijn leven en de dingen die ik meemaak. Mijn familie vraagt me regelmatig wanneer ik nu eindelijk eens rijk ga worden. Je hebt er het talent voor, zeggen ze. Waarom doe je er niks mee? Maar voor mij is het belangrijker om stil te staan bij de vraag; hoe verrijkt mijn werk mij als méns? Wat kan ik met de wereld delen? Ik heb baantjes gehad die snel verdienden, maar daarin miste ik een gevoel van zingeving.”

“Lina en ik proberen altijd zo veel mogelijk te groeien door op een open manier naar het leven te kijken en door te praten over alles wat we meemaken. We zitten niet op een meditatiekussen en volgen ook geen specifieke spirituele stroming, maar proberen wél alles wat we ondernemen met aandacht te doen. Of het nu gaat om werken, een gesprek voeren, naar muziek luisteren of van een maaltijd genieten. Zo staan we ook in de hardlooptrainingen.”

Hoe dragen de hardlooptrainingen bij Hardlopen Amsterdam bij aan die zingeving?

“Lina en ik zijn beiden afgevallen, onze conditie is verbeterd en de regelmatige beweging helpt ons ook om geestelijk in balans te blijven. Al tijdens een training voel je hoe lichamelijke inspanning bijdraagt aan een gevoel van helderheid en rust in hoofd en lichaam. Glimlachend: “In het begin moesten we ons ertoe zetten om te gaan trainen, inmiddels kijken we ernaar uit.

Auteur
We Run The City
Blog Categorie
logo

Met de jaarkaart kan ik zo’n 2 tot 3 keer per week meetrainen

Arij: “Begonnen met hardlopen op mijn 20ste. Ik deed veel mee aan wedstrijden. Inmiddels is mijn belangrijkste doel om fit en in beweging te blijven. Met de jaarkaart kan ik zo’n 2 tot 3 keer per week meetrainen. Soms doe ik mee met Running Bootcamp”.

Loopanalyse

Een loopanalyse is een uitstekende manier om efficiënter te leren hardlopen.

Hardloopschema’s

Wil je rustig aan beginnen met hardlopen? We helpen je graag op weg met een schema voor 5 weken.